Verhuurbaar vloeroppervlak
Ruimte-OK | 2016
Wanneer u een afweging maakt tussen huur of koop is het goed te weten dat in een huursituatie doorgaans wordt uitgegaan van Verhuurbaar Vloeroppervlak (VVO), terwijl in een situatie van koop of nieuwbouw wordt uitgegaan van Bruto Vloeroppervlak (BVO). Voor de verhouding BVO/VVO kan globaal 1: 0,85. worden gehanteerd. Het benodigde BVO is dus hoger dan het benodigde VVO voor dezelfde ruimtebehoefte. De werkelijke verhouding kan afwijken, afhankelijk van de mate waarin een gebouw efficiënt is ontworpen.
Wanneer een Programma van Eisen wordt opgesteld, wordt doorgaans uitgegaan van het Nuttig Oppervlak (NO) van de benodigde ruimtes. Om van dit Nuttig Oppervlak te komen tot het Bruto Vloeroppervlak kan globaal een vermenigvuldigingsfactor worden toegepast. De ervaring leert dat de volgende BVO/NO-factoren haalbaar zijn en leiden tot een efficiënt ruimtegebruik:
- bouwdelen met gangen: 1,35 : 1
- bouwdelen zonder gangen: 1,25 : 1 (bijvoorbeeld speelzaal)
Afhankelijk van het ontwerp van het gebouw kan de werkelijke verhouding ongunstiger zijn (meer BVO), en wordt dus extra betaald voor niet-nuttige meters. Aan de andere kant kan een te kleine factor leiden tot beperkte verkeersruimte en een verminderd ‘ruimtelijk gevoel’.